Meer dan dubbel zoveel leerlingen met individueel aangepast curriculum

Door Kathleen Krekels op 27 oktober 2016, over deze onderwerpen: Leerlingenbegeleiding, M-decreet

Leerlingen die om diverse redenen het gemeenschappelijk curriculum niet halen, kunnen les volgen via een aangepast traject. Het jaar voor de implementatie van het M-decreet, dat staat voor Maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, waren dat er nog 37. “Een jaar nadien blijkt dit aantal meer dan verdubbeld te zijn,” zegt Vlaams Volksvertegenwoordiger Kathleen Krekels (N-VA) die de cijfers bij onderwijsminister Hilde Crevits opvroeg.

Sinds het M-decreet in werking is getreden op de klasvloer in het schooljaar 2015-2016, kunnen leerlingen volgens een individueel aangepast curriculum les volgen. Voor het M-decreet was onderwijs op maat in het gewoon onderwijs enkel mogelijk in het kader van inclusief onderwijs (ION) voor leerlingen die uit type 2 van het buitengewoon onderwijs komen. Dat waren er 37 in 2015. Een jaar later stellen we vast dat dit aantal tot 92 leerlingen is uitgebreid. Zo’n aangepast traject leidt tot een aangepast eindcertificaat.

Al meer dan twintig jaar wordt er over inclusief onderwijs gediscussieerd. Inclusief onderwijs moet de regel worden en buitengewoon onderwijs de uitzondering, klinkt het. De ratificatie van het VN-verdrag voor de rechten van personen met een handicap in 2009 en het befaamde artikel 24 daarin, waarmee een inclusief onderwijssysteem op de voorgrond treedt, heeft een directe en bindende impact op de onderwijswetgeving. Het M-decreet is daar kind van.

Een jaar na de implementatie van het M-decreet, dat het onderwijs inclusief moet maken, blijft de vraag nog steeds onduidelijk hoe ver we willen en kunnen gaan om een inclusief onderwijssysteem te realiseren. Het VN-verdrag stelt dat de landen die het verdrag ratificeren, op termijn moeten evolueren naar één schoolsysteem. Tegenover deze maximalistische doelstelling, staat een eerder gematigde interpretatie in de beleidsvertaling die de mogelijkheid op onderwijs in een aangepaste setting open houdt.

Voor de N-VA blijft ondubbelzinnig gelden dat een leerling naar het gewoon onderwijs gaat als het kan, en naar het buitengewoon onderwijs als het nodig is. “Voor totale inclusie zoals het VN-verdrag voorschrijft, bestaat geen draagvlak,” zegt Kathleen Krekels. “We hebben het beste voor met onze leerlingen. Soms is het aanbieden van buitengewoon onderwijs voor personen met specifieke onderwijsbehoeften de beste manier om het recht op kwalitatief onderwijs te garanderen.” “Bovendien moeten we niet alleen rekening houden met de zorgnoden van de leerling, maar ook met de draagkracht van de leerkracht en de ganse klasgroep.”

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is