Eigen regelgeving deeltijds kunstonderwijs boven de doopvont

Door Kathleen Krekels op 1 februari 2018, over deze onderwerpen: Deeltijds Kunstonderwijs, M-decreet, Planlast

Op 1 februari 2018 keurde de commissie onderwijs het ontwerp van decreet Deeltijds Kunstonderwijs (DKO) goed. Dat is fantastisch nieuws voor de bijna 180.000 creatievelingen die in hun vrije tijd een muziekinstrument bespelen, danspassen of teken- en schilderkunsten onder de knie krijgen! Een duidelijke regelgeving voor het kunstonderwijs bestaat tot op de dag vandaag nog niet. “Tot hiertoe is de regelgeving verspreid over verschillende omzendbrieven, decreten en besluiten. Het staat dan ook al lang op ons verlanglijstje om de vele academies, die Vlaanderen rijk is, een duidelijke plaats in het onderwijslandschap te geven,” zegt Vlaams parlementslid en onderwijscommissaris Kathleen Krekels.

 

Aansluiten op actuele noden

Het deeltijds kunstonderwijs is al meer dan een kwarteeuw aan een update toe. Bij het actualiseren van het kunstonderwijs konden we rekenen op de ondersteuning van de verschillende actoren actief binnen het deeltijds kunstonderwijs. “Dankzij hun medewerking kunnen we vandaag het nieuwe ontwerp van decreet deeltijds kunstonderwijs boven de doopvont houden,” zegt Krekels. “Dat moet inspelen op de verschillende noden.”

  1. Jongeren en volwassenen in het deeltijds kunstonderwijs krijgen op het einde van hun traject een beroepskwalificatie. Die kwalificatie valoriseert de inspanningen van de DKO-leerlingen. Er komen heldere einddoelen die duidelijkheid over de verwachtingen scheppen. Differentiatie is mogelijk omdat voor de ene een muziekinstrument bespelen pure hobby is, en voor de andere de balletles een opstap is naar een professionele carrière.
  2. In het nieuwe niveaudecreet worden lokale samenwerkingsinitiatieven tussen de academie en de scholen gestimuleerd via projecten. Daardoor kan de expertise van de leerkrachten DKO worden ingezet in het gewoon onderwijs. Na drie jaar evalueren we deze werking om nadien gericht te kunnen bijsturen.
  3. De vroegste instapleeftijd is voor alle studierichtingen binnen het deeltijds kunstonderwijs op zes jaar gelegd.
  4. De programmatiestop, waardoor er geen nieuwe kunstafdelingen konden worden ingericht, wordt opgeheven. Ook worden de afstandsnormen geschrapt. Daardoor kunnen de gemeenten hun aanbod afstemmen op de lokale behoeften.
  5. De nieuwe open-endfinanciering zorgt ervoor dat elke leerling de nodige middelen genereert. 

 

Kunstonderwijs voor leerlingen met specifieke onderwijs behoeften

“Met dit decreet kiezen we resoluut voor een competentiegericht en kwalificerend kunstonderwijs,” zegt Kathleen Krekels. “Wel moeten we het nieuwe niveaudecreet in de praktijk van nabij opvolgen. Zeker met betrekking tot de doelgroep van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Uit de cijfers van de voorbije schooljaren blijkt dat het aantal leerlingen met een individueel aangepast curriculum stijgt. Kunstonderwijs is belangrijk voor leerlingen met bijzondere noden, die bijzondere talenten hebben. Die talenten kunnen zij volop tonen in het kunstonderwijs. We volgen van dichtbij op of het nieuwe kader de noden van deze doelgroep ondervangt.”

 

Toekijken op planlast

Het nieuwe decreet wil de planlast aanpakken door de bewijslast voor de leerlingen en academies te verminderen en door de geldstromen tussen de Vlaamse overheid en de academies te vereenvoudigen en reduceren. “We blijven er wel over waken dat de geplande regelgeving tegemoet komt aan de doelstelling om de planlast te verminderen en dat er geen planlast op andere fronten wordt gevormd door de hervormingen,” sluit Krekels af.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is