Een gezonde geest in een gezond lichaam

Door Kathleen Krekels op 25 november 2015

Één op de acht basisscholen heeft geen leermeester lichamelijke opvoeding in dienst. Een direct gevolg daarvan is dat de juf of meester zelf aangewezen is om het vak lichamelijke opvoeding op zich te nemen. Vlaams Volksvertegenwoordiger Kathleen Krekels vroeg daarom in de plenaire vergadering van woensdag 25 november hoe we kunnen garanderen dat er in de basisscholen voldoende aandacht besteed wordt aan goede en kwaliteitsvolle bewegingsopvoeding.

 

Op de plenaire vergadering onderschreef onderwijsminister Hilde Crevits het belang van de kwaliteitseisen voor lichamelijke opvoeding en dat leerlingen te veel tijd al zittend doorbrengen. De oplossing ziet zij echter anders ingevuld. Minister Crevits veronderstelt dat iedereen met een pedagogisch diploma alle vakken moet kunnen geven aangezien zij een brede opleiding gevolgd hebben. Zij ziet turnlessen binnen een geïntegreerde benadering. Als N-VA vinden we dat de klastitularissen hierdoor een zwaarder takenpakket toegewezen krijgen. Ook vrezen we dat de kwaliteit van de lessen lichamelijke opvoeding niet optimaal is indien de lessen niet door een leermeester lichamelijke opvoeding gegeven worden. Het is belangrijk dat we over die kwaliteit waken. Dat blijkt ook uit de cijfers van de jaarverslagen van de onderwijsinspectie. Een jaar geleden viel het op dat het aanbod lichamelijke opvoeding in bijna een kwart van de onderzochte scholen niet aan de verwachtingen voldeed. Volgens de laatste cijferanalyse is dat al een derde. In de kleuterafdeling voldoet lichamelijke opvoeding in bijna een vijfde van de scholen niet.

Lichamelijke opvoeding draagt niet alleen bij tot een gezonde levensstijl, maar bevordert ook de ontwikkeling van onze zintuigen, onze perceptie van lichaam, ruimte en tijd, en onze auditieve en visuele vaardigheden. Dit zijn allemaal belangrijke fundamenten voor het leren lezen, schrijven, rekenen, luisteren en concentreren.

Uit het jaarverslag van de onderwijsinspectie blijkt dat in het onderwijsaanbod lichamelijke opvoeding de samenhang tussen de verscheidene schooljaren ontbreekt. Daarnaast is het gebruik van de onderwijstijd onvoldoende doordacht en evenwichtig uitgebouwd. Dit is meer dan ooit een pleidooi voor de inzet van leermeesters lichamelijke opvoeding die hieraan kunnen tegemoet komen vanuit hun eigen opleiding.

Als N-VA willen we benadrukken dat het belangrijk is om voldoende te investeren in kwaliteitsvolle bewegingsopvoeding op school. We onderstrepen daarbij de essentiële rol van leermeesters lichamelijke opvoeding die een specifieke expertise hebben opgebouwd in bewegingsopvoeding. Deze discussie wordt wellicht vervolgd in de commissie voor onderwijs. 

Op onderstaande video kan u de vraag van Kathleen herbekijken:

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is